Dansende flamingo’s en dronken Duitsers
Na het opruimen van het tentje – dit keer in het licht – gingen we weer op weg. Vandaag moesten we weer een flink stuk rijden. Er wordt hier bij afstanden niet zozeer in kilometers gedacht, maar in uren. Dit omdat het soort weg en de staat van de weg je gemiddelde snelheid nogal beïnvloed. Voor vandaag stond er 6 uur rijden op het programma. Wel een hele mooie route, met veel wild onderweg en mooie bergpassen. Ook zijn we de steensbokskeerkring (tropic of capricorn) gepasseerd.
Nadat we bijna 5 uur door compleet niemandsland hadden gereden, kwamen we aan in havenstad Walvisbaai, de een na grootste stad van het land. Qua bezienswaardigheden in de stad stelt het niet zoveel voor, maar er is wel natuurschoon in de omgeving te bewonderen. Vanaf de weg kun je de flamingo’s in de zee zien staan in de lagune. We ontdekten er eerst een paar, maar toen we wat verder keken bleken er duizenden te staan. Er bleek hier ook een Nationaal Park te zitten, namelijk een (onderdeel van) het Dorob National Park. Hier zijn we ook maar even naar toe gegaan. Je kon een route langs een zoutwinningsfabriek volgen tot aan de kust. Je rijdt langs de waterbassins, waar ze het water verdampen waardoor het zout achterblijft. Dit levert vreemde taferelen op. En lang de gehele route zaten overal flamingo’s. Het zoute water trekt flamingo’s aan. We hebben ze verschillende tactieken zien toepassen om aan eten te komen. De meest sierlijke was het met de snavel achtjes draaien door het water, de meest grappige was het trappelen met de poten, een soort flamingo-dansje. Het is sowieso een vreemde ervaring om na uren door een woestijn te rijden, opeens omgeven te zijn door zee. Aan het eind van de route kon je nog een 4x4 weg volgen. Nou ja, niet echt een weg, gewoon een pijl die aanwees in welke richting je het strand op moest rijden. Dat hebben we maar niet gedaan.
Als eindbestemming stond een andere grote stad, Swakopmund, op het programma. Dit is dé badplaats van Namibië, met een zeer sterk Duits karakter. Duits aandoende huisjes, straatnamen en helaas ook dronken Duitsers in het restaurant. We hadden een tafeltje vlak naast de bar, met deze dronken Duitsers zo’n beetje in ons nek. Ach ja, we waren al gewaarschuwd voor luidruchtige Duitsers. Maar stiekem was het toch wel fijn toen we halverwege een ander tafeltje aangeboden kregen.
Namib Naukluft National Park
Vanochtend gingen we vroeg uit de veren om de zonsopgang in het Namib Naukluft National Park te kunnen zien. Dit betekende om 5 uur de wekker zetten en, omdat je natuurlijk de zonsopgang wil gaan zien, moest ook het opvouwen van de tent en opruimen van andere spullen in het donker geschieden. Toen dit eenmaal was gebeurd gingen we snel het park in om naar duin 45 te rijden om daar van de zonsopgang te genieten. Het opruimen duurder iets langer dan verwacht, dus duin 45 hebben we niet op tijd gehaald. Maar de zonsopgang hebben we wel gezien. En daarna zijn we alsnog naar duin 45 gegaan. Dit is een populaire duin om de over de rand van de duin door het losse zand omhoog te klimmen. Niet populair bij Lieke helaas, want dit bracht enige hoogtevrees met zich mee. De top hebben we dan ook niet gehaald, maar de ervaring was er niet minder om.
Met onze voeten weer veilig op de vaste grond gingen we weer verder het park in. Na een half uurtje rijden kwamen we bij het einde van de verharde weg. Vanaf hier hebben we een wandeling gemaakt naar “Hidden Vlei”. Verstopt was die zeker. Ook niet aangegeven, maar we denken hem gevonden te hebben. Hidden Vlei of niet, we in ieder geval in een prachtig gebied terecht met hoge zandduinen, waar Lieke wel overheen durfde.
Daarna waagden we ons op het onverharde, alleen voor 4x4 toegestane zandweg naar de Death Vlei en de Sossusvlei. Nou ja, weg, het was een gebied van soms wel 50 meter breed met bandensporen. Als je deze volgde (hobbeldebobbel), dan kwam je eerst bij Death Vlei uit. Deze vallei (Vlei), dankt zijn naam aan de vele dode bomen die er staan. Een spectaculair gezicht, waarbij met name de contrasten tussen de blauwe hemel, de rode duinen, de witte kleigrond en de grijs/zwarte bodem indrukkend waren. Sossusvlei, waar we later terecht kwamen en waar het park met name om bekend staat, bleek vergeleken met het prachtige Death Vlei een beetje in het niet te vallen.
Dit keer gingen we vroeg weer richting huis. Onderweg hebben we nog de nodige Oryxen gespot (dit keer levend!). Terug op de camping ontdekten we min of meer bij toeval nog een bordje met “Sesriem Canyon”. Hier zijn we ook maar even een kijkje gaan nemen. Dit bleek een goede keus. De Canyon was niet alleen mooi van bovenaf, maar je kon er ook doorheen wandelen.
Netjes om 3 uur dit keer waren we terug op de camping om ons tentje weer op te zetten. Na een maaltje van macaroni, groente uit blik, champignons uit blik, knakworst uit blik en saus uit een zakje, zitten we nu alweer in het donker (om 6 uur) ons verhaaltje te typen.
Het 4x4 avontuur kan beginnen!
Vanochtend vroeg ontbeten, want om 7.30 uur werden we opgehaald door het autoverhuurbedrijf. Daar aangekomen moesten er een hoop documentjes gelezen en ondertekend worden en een waarschuwingsfilmpje bekeken worden. De boodschap was duidelijk: speed kills, met allemaal afgrijselijke voorbeelden van ongelukken. Goed geïndoctrineerd kregen we vervolgens de auto te zien. Precies zo’n auto zoals je je voorstelt bij safari; een bull-bar, grote banden met grof profiel en een tentje op het dak. Verdere uitrusting bestaat uit diverse campingspullen zoals; tafel, stoelen, kookgerei, dekens, kussens, een lampje, gereedschapskoffertje enz. Op de een of andere manier zijn we met het ophalen van de auto maar liefst 2 uur bezig geweest. We werden ook hier weer uiterst vriendelijk geholpen, maar wel op z’n Afrikaans. Af en toe liep de man van het verhuurbedrijf zomaar weg en bleef dan zo’n 10 minuten weg. Achteraf bleek dan dat hij iets voor je aan het regelen was geweest.
Voordat we door konden rijden naar onze volgende bestemming moesten er eerst de nodige boodschappen gedaan worden. Dat is nog een avontuur op zich. Ook hier hebben we het gepresteerd om 2 uur rond te dwalen in de supermarkt. Resultaat: 129 items en een kassabon van een halve meter lang. Nu maar hopen dat we overal aan hebben gedacht.
Daarna volgde de reis naar Sesriem, dit ligt in het Namib Naukluft National Park, welbekend vanwege zijn rode duinen. Heel veel rijden dus. Al 5 km uit de stand hield de asfaltweg op en begon het gravel. Gelukkig is onze auto hier goed voor uitgerust. Onze eerste echte 4x4 ervaring hebben we ook al gehad. In het uiterst droge landschap lag wonder boven wonder een grote plas water op de weg, waar we doorheen moesten.
Na een paar uur werd het toch wel spannend, onze camping voor vanavond ligt namelijk binnen de poorten van het park en daar moet je voor zonsondergang binnen zijn. Uiteindelijk hebben we dit stipt gered. We hadden geen minuut later moeten zijn. Terwijl de receptie al aan het afsluiten was, werden wij nog even snel ingetekend. En vervolgens konden we in het donker voor de eerste keer ons tentje op gaan zetten. Lekker handig. Maar het is gelukt! Kom je er ook nog achter dat het verhuurbedrijf een kapot snoer voor de koelbox heeft meegegeven. Bij het ophalen van de auto was er speciaal voor ons nog een kabeltje gemaakt, maar op werkzaamheid was even niet gelet. Slechts een van de drie kabeltjes bleek aangesloten en dan doet ie ’t niet. TIA zullen we maar zeggen… Gelukkig kon Bas dit repareren en hebben we wel gewoon een koelkast. Na al dit gedoe konden we in het pikkedonker (rond een uur of 7) en in de kou (we gokken een graad of 5) lekker barbecueën. Dit moeten we in het vervolg toch even anders inplannen.
Windhoek
Gisteren hadden we al een mislukte poging gedaan om Windhoek te verkennen. We gingen (te voet) op zoek naar de Botanische tuinen die vlak bij ons hotel zouden moeten liggen. Na een korte wandeling langs huizen met hoge muren, hekken, prikkeldraad en angstaanjagend blaffende honden, kwamen we bij een verdorde zooi terecht. Zouden dat dan de Botanische tuinen zijn? Een ingang konden we niet ontdekken. We wilden ook niet doelloos rond blijven dwalen, dus zijn we maar naar het hotel gegaan. ’s Avonds een hernieuwde poging de stad in op zoek naar een restaurantje. Dat was nog goed zoeken. Er zat bijna niks. Uiteindelijk zijn we bij een tentje terecht gekomen waar we Cameroense curry met Oryx (gemsbok) gegeten hebben. We hebben dit nationale dier dus nog niet gezien, maar al wel geproefd.
Vandaag opnieuw de stad in. Nu op zoek naar de highlights van Windhoek, zoals de Alte feste, de musea en de Christuskirche. Zoals je al hoort heeft Windhoek (en heel Namibie) een behoorlijke Duitse historie. Het is langdurig een Duitse kolonie geweest. Nog steeds is de invloed hiervan merkbaar en wordt er veel Duits gesproken. In onze zoektocht naar het Nationale Museum, kwamen we per ongeluk in het hoofdkantoor terecht. We waren in de veronderstelling dat dit het museum moest zijn en waren dan ook enigszins verbaast dat het alleen wat kantoren waren en wat vage, vergeelde en verbladderde exposities. Er lagen zelfs dozen met allerlei dode dieren als een soort van archief buiten op de veranda. Achteraf bleek dit dus niet het museum te zijn. Het echte museum lag verderop in de stad. Dit hebben we later alsnog bezocht.
’s Middags wilden we naar het National Earth Science Museum. In ons reisgidsje stond vermeld dat dit museum een interessante collectie fossielen had. Dit lag echter wat verder uit het centrum, dus hier moesten we met de taxi naartoe. De taxichauffeur kende het niet, geen standaard toeristen-trekpleister dus. Het bleek ook slechts een expositie te zijn in het Ministerie van Mijnbouw en Energie. We werden een beetje vertwijfeld, maar wel uiterst vriendelijk ontvangen. De collectie was echter zeker de moeite waard.
’s Avonds hebben we maar een pizza laten bezorgen bij het hotel, aangezien we de vorige avond niet echt restaurantjes konden vinden. Lekker makkelijk. Hoewel, het bestellen van de pizza leek wel een kruisverhoor…
This is Africa!
Windhoek deed zijn naam eer aan (hoewel de naam daar eigenlijk helemaal niet vandaan komt). Bij het landen stond er aardig wat wind, wat enige turbulentie veroorzaakte. Voor ons gevoel landden we in the middle of nowhere. Tijdens de 2 uur durende vlucht hebben we bijna continu naar buiten gekeken en daarbij welgeteld 1 auto kunnen ontdekken. Eerlijk is eerlijk, ook wat huizen hier en daar. Maar bovenal uitgestrekte vlaktes met kaarsrechte zandwegen en opgedroogde rivierbeddingen erdoor.
Dat we in the middle of nowhere landden dat klopte ook wel want Windhoek zelf ligt nog op 45 km rijden van het vliegveld. Eenmaal door de douane heen (met infraroodcamera voor koorts-controle), staan er diverse mannen met naambordjes om de aangekomen gasten naar de verschillende hotels te brengen. Onze naam ontbrak echter… Nou ja, dan maar eerst geld wisselen (dat kon hier dus gewoon!). En daarna eens bij de informatiedesk infomeren. Hier werden we absoluut heel vriendelijk geholpen, we mochten met hun telefoon contact opnemen met de reisorganisatie in Namibie. Maar deze was niet op de hoogte van een transfer… Onze Nederlandse reisorganisatie had ons al gewaarschuwd dat dit soort dingen hier nog wel eens voorkomen. Je kunt dingen leuk geregeld hebben, maar dat wil nog niet altijd zeggen dat het in de praktijk dan ook zo gebeurt. Daar hebben ze hier zelfs een uitdrukking voor: TIA (This is Africa). Uiteindelijk hebben we nu maar een taxi genomen.
Benieuwd hoe vaak we deze uitdrukking nog gaan gebruiken!
Vertrek naar Afrika
Gisteren zijn we de halve dag bezig geweest met het pakken van onze spullen. Het was nogal moeilijk om te bepalen wat je precies mee moet nemen. Omdat Namibië en Botswana op het zuidelijk halfrond liggen is het daar nu winter. De temperaturen waar we mee te maken krijgen zijn niet te vergelijken met een “Hollandse” winter, maar verschillen heel erg per gebied, uiteenlopend van 35 graden overdag tot onder het vriespunt ’s nachts. Dus niet alleen korte broeken, maar ook dikke vesten en thermo-ondergoed mee. Na lang nadenken, regelmatig tassen wegen, weer een aantal spullen eruit halen en vervolgens een uur later weer net zo hard terug te stoppen, waren we dan zover.
Nadat Gerard en Linda ons op Schiphol hadden afgezet, kon het avontuur gaan beginnen. Letterlijk meteen al, want al bij het geld wisselen liepen we tegen de eerste uitdaging aan. We hadden contant geld (van de bruiloft J) bij ons om te wisselen naar Namibische Dollars en Botswaanse Pula’s. Blijkt dat deze niet in Europa verhandeld mogen worden. Daar sta je dan met je euro’s. En daar zitten we nu dus nog steeds mee. Nu maar hopen dat we deze in Namibië kunnen omwisselen…
We zijn nu namelijk nog niet op onze eindbestemming, maar zitten - inmiddels een dag later - op het vliegveld in Johannesburg te wachten op onze volgende vlucht, onder het genot van een milkshake en een muffin. Nog maar een klein stukje vliegen naar Windhoek!
Voorbereidingen 2
Als je naar het Afrikaanse continent op vakantie gaat, is het verstandig op je te laten vaccineren tegen allerlei ziektes die daar nog zeer regelmatig voorkomen. Om dit niet tot het allerlaatste moment uit te stellen hadden we in april al een afspraak gemaakt en in mei zaten we bij de dokter. Als kind wordt je al voor veel ziektes gevaccineerd, maar voor de zekerheid toch maar laten inenten tegen Difterie, Tetanus en Polio, oftewel DTP. Daarnaast ook allebei gelijk maar Hepatitis A en Bas aanvullend ook Hepatitis B. Lieke had deze al dus dat was voor haar niet meer nodig. Verder kregen een lading malaria pillen mee voor de periode dat we in risico gebied zitten. Nu kan ons niks meer gebeuren zou je denken...
Sinds gisteren en eergisteren voelden we ons niet zo lekker. Allebei last van zweten, stress, hoofdpijn en een onbehagelijk gevoel. Hebben we nu al een ziekte onder de leden? En we zijn nog niet eens vertrokken! Volgens het internet komen de symptomen erg overeen met die van gele koorts. Dit komt voor in Zambia, dat we voor de terugvlucht, kortstondig bezoeken.
Gelukkig hebben we geen gele koorts, maar de symptomen hebben we wel degelijk! Tijdens ons intakegesprek bij de dokter hebben we verteld dat we een rondreis door Afrika maken en de landen Namibië, Botswana, Zimbabwe en Zambia bezoeken. We vliegen echter via een aantal tussenstops in Zuid-Afrika en Engeland. Dit hebben we volgens ons wel aan de dokter verteld, maar een vaccinatie tegen gele koorts was niet nodig. Na het grondig doorlezen van de reisinformatie (deze kregen we pas na het bezoek aan de dokter) blijkt het namelijk verplicht te zijn dat je gevaccineerd moet zijn tegen gele koorts als je vanuit een "gele koorts" land (zoals Zambia) naar Zuid-Afrika. En dat is precies wat we doen. Wat nu?
Op internet wordt je niet veel wijzer. De meest uiteenlopende verhalen kan je er vinden. De ene website stelt dat een vaccinatie tegen gele koorts verplicht is, de andere website raad het aan en weer andere websites spreken er helemaal niet over. Sommige sites zeggen dat het alleen nodig is als je langer dan 12 uur in Zambia blijft. We zijn alleen maar in Zambia voor de terugvlucht, maar wat als het vliegtuig dan vertraging heeft... Lekker handig dit!
Dan maar de dokter bellen waar we de vaccinaties hebben gehaald. Eerst kregen we de assistente aan de lijn. Volgens haar was het allemaal niet echt nodig en de verbinding werd al vrij snel verbroken. Lieke vertrouwde het niet helemaal en heeft vervolgens de helpdesk gemaild. De reactie was compleet omgedraaid. Het advies was om vooral GÉÉN risico te nemen en alsnog een vaccinatie te halen. Lekker consequent advies. Denken we ruim van te voren alles geregeld te hebben, moet je 6 dagen voor vertrek nog ineens ergens een vaccinatie tegen gele koorts zien te regelen. Dit resulteerde in de "gele koorts" symptomen als zweten, stress, hoofdpijn en een onbehagelijk gevoel van de afgelopen dagen!
Gelukkig hebben we vanochtend voor vanmiddag nog een spoedconsult kunnen regelen bij de KLM Healthservices in Den Haag. De "gele koorts" symptomen zullen bij Lieke vandaag nog wel even aanhouden aangezien het krijgen van een prik bij haar dezelfde symptomen veroorzaakt!
Voorbereidingen
Nog maar 3 weken en dan gaat het grote avontuur beginnen, we gaan naar Afrika! Afgelopen week hebben we met de post van het reisbureau een dikke map ontvangen met het reisschema, vouchers, tickets, informatie en landkaarten. Inclusief vliegreis gaan we in totaal 33 dagen op pad. Eerst met eigen vervoer door Namibië en deel van Botswana. Vervolgens leveren we de huurauto in en gaan we onder begeleiding verder. Tot slot zullen we ook nog een dagje naar Zambia (Victoria Falls) en uiteindelijk via het vliegveld in Zimbabwe weer naar huis. In het begin van de vakantie zullen we dus ruim drie weken zelf op pad gaan met onze huurauto.
Het wegennet in Namibië en Botswana is niet echt te vergelijken met Nederland. Namibië heeft een wegennet van 45.387 km waarvan slechts 6.387 km is geasfalteerd. Verder zijn er diverse wegen waar kuilen, bulten en andere obstakels je weg proberen te blokkeren. De kans dat je met een “normale” huurauto ver komt is dus niet heel groot. Vandaar dat we een serieuze auto hebben gehuurd; een Toyota Hilux, 2,5 liter diesel, 4x4 pick-up truck met tent op het dak en complete kampeeruitrusting aan boord. Verder 140 liter brandstof en een watertank van 40 liter.
Omdat de kans vrij groot is (lees 100%) dat je op enig moment met de auto vast komt te zitten leek het ons wel verstandig om vooraf een 4x4 cursus te doen. Door deze cursus hopen we te leren wat we wel, maar vooral niet moet doen. Bijkomend voordeel is we bij het overhandigen van een deelnamecertificaat korting krijgen op de autoverzekering. Vandaag was het zover. Om 10 uur moesten we ons melden bij Actionplanet in Spaarnwoude. Op dit evenemententerrein is het mogelijk om met een 4x4 te rijden. Na een korte introductie met koffie en gebak stapte we de auto in. Bas achter het stuur, Lieke ernaast, Hendrik de instructeur in de achterbak.
Voor het berijden van een obstakel kregen we uitgebreid uitleg hoe je die specifieke situatie moet aanpakken. Het belangrijkste: uitstappen, kijken en zorgen dat je weet wat je te wachten staat. Het zicht dat je vanachter het stuur hebt is zo beperkt, dat je zonder kijken niet weet wat je gaat tegenkomen. Het kan namelijk voorkomen in Afrika dat de weg rechtdoor lijkt te gaan, maar eigenlijk scherp naar links of rechts draait. Als je dan rechtdoor zou rijden kan je zomaar een ravijn in rijden. Oftewel: uitstappen, kijken en blijven nadenken!
Na een half uurtje stapte Lieke achter het stuur. Lieke wilde in eerste instantie alleen maar meerijden (want het is toch wel spannend zo’n grote auto!), maar kroop zelfverzekerd achter het stuur. Berg op, berg af, door de blubber en door de bosjes. Alsof ze nooit anders had gedaan. Vervolgens stuurde de instructeur ons naar een ander stukje van het parcours, een serie bulten achter elkaar, dat gisteren net was aangelegd. Na een aanloopje reed Lieke over de eerste bult, geen probleem. Tweede bult, geen probleem. Derde bult, geen probleem. Vierde bult, probleem! De auto, een Land Rover Discovery, kwam precies op het diepste punt vast te zitten. Vastzitten stond wel op het programma, maar pas tegen het einde van de dag.
Met de voorbumper in het zand, met de trekhaak en achterbumper in het zand en geen druk meer op de achterwielen. Daar sta je dan, zonder schep (deze was de instructeur vergeten) en bijna etenstijd. Dan maar het zand met de hand wat weggraven, vervolgens rubberen rijmatten tegen de achterwielen plaatsen om de grip te vergroten en de luchtvering volledig oppompen om de auto zo hoog mogelijk te krijgen. Helaas zonder resultaat. De auto kwam niet veel verder. Toen maar lopend naar de kantine voor de lunch. Na de lunch een schep geleend en het graven kon beginnen. Tien minuten later hadden we voldoende zand verwijderd en konden we relatief makkelijk wegrijden. Toch wel fijn om dat eens een keer te oefenen onder “gecontroleerde omstandigheden”. Waarschijnlijk zullen we in Afrika onze auto ook wel meerdere keren moeten uitgraven, maar we weten nu in ieder geval hoe het moet!
Tot in de late middag hebben we allebei alle uithoeken van het parcours gezien en bereden en konden we terugkijken op een zeer leuke en leerzame dag. Over 3 weken kunnen we onze opgedane kennis in “het echt” gaan toepassen.