Krokodillen waar je ze niet verwacht
Vanmorgen gingen we weer vroeg op pad en zoals gebruikelijk wanneer we in de grotere steden/dorpjes zijn, eerst weer even bijtanken en geld pinnen. Het tanken kan hier namelijk bijna overal alleen contact betaald worden, dus het is zaak dat je altijd voldoende geld bij je hebt. We proberen altijd zo’n 3000 Namibische Dollar op zak te hebben, wat nog geen 250 euro is. Bas wilde vandaag onze voorraad contanten aanvullen door 2000 Namibische Dollaar te pinnen, maar dit kon niet, omdat dit volgens de pinautomaat meer dan 40 briefjes waren. 1500 lukte ook niet en 1000 ook niet. Toch apart dat je dus nog niet eens voor 80 euro aan geld uit de pintautomaat kunt halen. Gelukkig was dit een van grootste steden van het Noorden, dus was er nog een andere bank met pinautomaat waar we het konden proberen. Ditmaal met succes.
Daarna zijn we helemaal naar het hoge Noorden van Namibië gereden. Vanwege de zeer spaarzame bewegwijzering hier, dachten we weer even een verkeerde weg te zijn ingeslagen. Uiteindelijk bleken we goed te zitten, maar pas na 60 kilometer werd dat duidelijk, eerder waren er geen refentiepunten. Eenmaal aangekomen in Epupa, hebben we snel weer de tent op gezet om vervolgens te gaan raften op de Kunene rivier. Raften, in de woestijn? Ja, dat kan hier! Na alle droogte is de Kunene rivier een soort oase met heel veel groen. Vanuit de verte zie je nog niet de rivier, maar wel een lange groene strook van bomen.
We kregen nog kort wat instructies over wat we moesten doen als we omsloegen en toen gingen we in een tweepersoonsbootje de rivier op. Na nog geen 50 meter lag de eerste krokodil op de rots. Omslaan was in Liekes ogen dus eigenlijk geen optie. Volgens de gids hoefde je je over de krokodillen geen zorgen te maken. Ze konden dan wel net zo groot zijn als je bootje, maar omslaan deed je waarschijnlijk alleen in stroomversnellingen en daar zaten ze niet. Een hele geruststelling.
Droog zijn we niet gebleven, maar gelukkig zijn we niet omgeslagen. Onderweg zijn we nog gestopt op een eilandje in de rivier. De Kunene rivier is een natuurlijk grens tussen Namibië en Angola. De ene oever is dus Namibisch en de andere Angolees. Het eilandje waar we gestopt waren behoorde ook tot Angola. En zo hebben we onverwacht nog een extra Afrikaans land bezocht. Helaas geen stempeltje in het paspoort, maar wel een mooie foto.
Eenmaal terug op de camping, moesten we snel droge kleren aan, want de volgende excursie stond gepland; een sundowner bij de Epupa falls. Eerst gingen we de Epupa falls van dichtbij bekijken. Het vele water raast hier bijna 40 meter naar beneden. Zeer indrukwekkend om te zien. Daarna gingen we met de auto de heuvel op naar een uitzichtpunt. Het uitzicht vanaf hier was werkelijk spectaculair. Het droge landschap waar de rivier doorheen loopt met opeens heel veel palmbomen en heel veel watervallen. Een van de mooiste dingen die we ooit hebben gezien!
Hoewel de zon al onder was, hebben we bij dit spectaculaire uitzicht nog een drankje (sundowner) gedaan met onze gids. Hij wilde weten waar we vandaan kwamen. Nederland, dat kende die wel, maar hij had er blijkbaar niet echt een beeld van, want hij vroeg ons of wij ook zulke grote watervallen hadden en of we ook last hadden van krokodillen!
Morro morro
Op deze locatie hadden we sinds tijden weer eens internet, dus vanochtend hebben we eerst eens even onze reisblog bijgewerkt. Heerlijk bij het zwembad, in het zonnetje en met een prachtig uitzicht over de vallei. Vervelend.
Gistermiddag hadden we al een paar Himba’s zien lopen in Opuwo en vandaag gaan we een echt Himba-dorp bezoeken. Dit volk staat bekend om zijn speciale haardracht en lichaamsversiering, ze smeren namelijk hun gehele lichaam in met rode oker en ook hun haar bewerken ze hiermee. We moesten bij de receptie verzamelen voor deze excursie en bleken de enige te zijn. Tijdens de rit naar het Himba-dorp toe kregen we nog wat taallesjes van onze gids Titus; goedemiddag is “Morro morro”, hoe gaat het met je is “Perivi” en het gaat goed is “Perinauw” (fonetisch opgeschreven dan…)
Eenmaal bij het Himba-dorp aangekomen werd er door de gids flink getoeterd. Er lagen hier meerdere “homesteads” bij elkaar. Dit zijn de bekende omheiningen van takken met daarin verschillende huisjes en een kraal waar het vee gehouden wordt. Een van deze homesteads gingen wij bezoeken. Wat onwennig liepen we achter de gids aan de omheining binnen en gaven de aanwezige vrouwen en kinderen een hand met onze net geleerde groet “Morro morro”. Foto’s maken was geen probleem was ons verteld, maar je voelt je toch een beetje apart als je een beetje in het wilde weg deze mensen loopt te fotograferen. Gelukkig braken de vele kinderen deze spanning, want ze vonden het geweldig om foto’s van zichzelf terug te zien op ons schermpje. Dus om de zoveel tijd, moesten we op onze hurken gaan zitten om ze de foto’s te laten zien en werden we omringd door een hele schare kinderen. Filmpjes maken en terugkijken vonden ze helemaal fantastisch!
Overigens waren alleen de vrouwen en kinderen thuis. De mannen waren de hele dag op weg met hun vee, omdat er in de buurt onvoldoende water is en dus ook onvoldoende gewassen om hun vee te laten grazen. De mannen blijven soms wel een half jaar weg met hun vee en brengen dan slechts af en toe een bezoek aan hun vrouw.
Bij het huisje van de dorpsoudste mochten we naar binnen en kregen we van een jonge vrouw een demonstratie hoe de rode oker wordt gemalen, gemengd met vet of olie en op de huid wordt gesmeerd. Ook kregen we te zien hoe zij “parfum opdoen”. Er worden takjes van verschillende lekker ruikende planten verbrand op smeulende kooltjes. De rook die hierbij vrijkomt laten ze over hun lichaam walmen. Het fungeert ook als deodorant en voor de reiniging van de intieme delen, gezien de plaatsen waar zij vervolgens de rook liet passeren. Daarna werd ook de kleding hiermee doordrongen. Dit is de enige manier waarop deze mensen zich reinigen. Wij stappen vanavond denk ik toch maar gewoon onder de douche…
Toen we uit het huisje kwamen hadden er zich inmiddels ruim 40 vrouwen verzameld om hun handel voor ons uit te stallen. Een beetje ongemakkelijk gingen we neuzen tussen de armbandjes, kettinkjes en andere prullaria. Het was de bedoeling dat we hier wat kochten, dus dat hebben we maar gedaan. Wel moeilijk kiezen bij wie je dan iets moet kopen, aangezien ze namelijk allemaal exact dezelfde spullen verkopen. We hebben dus maar een beetje gespreid tussen verschillende hoeken van de kring en zijn daarna weer naar de camping gegaan. Het was bijzonder om dit te ervaren.
Alternatieve route
Dat Namibië een groot, maar dunbevolkt land is werd vandaag weer duidelijk. We moesten weer flink wat uren maken vandaag, ditmaal naar het Noorden van het land. Dit deel van het land wordt iets minder door toeristen bezocht. Wij gaan onder andere deze kant op om een Himba-stam te ontmoeten en de Epupa Falls te bezoeken.
Het was een lange, maar mooie route, waarbij we onder andere via de Grootbergpas zijn gereden. Onderweg kwamen we veel wild tegen, met als hoogtepunt giraffen van heel dichtbij. Verder diverse antilopen, maar ook heel veel loslopende koeien en geiten. Ook blijkt mond- en klauwzeer hier een groot probleem te zijn. We zijn meerdere controleposten gepasseerd. Wel apart dat je bij de ene zo door mag rijden, bij anderen alleen een krabbel hoeft te zetten en je bij de volgende moet uitstappen en ze even in je koelbox willen kijken.
Na een van de controleposten zijn we vermoedelijk een weg te vroeg afgeslagen. Het bord “C43 richting Opuwo” klopte wel, maar vervolgens kwamen geen van de dorpjes meer tegen die op de kaart stonden. Wel een heleboel hele kleine nederzettingen. Zouden dit dan de dorpjes om de kaart zijn? Bijna 2 uur lang kwamen we helemaal geen referentiepunten, zoals naamplaatsen of afslagen, meer tegen. Hmmm….
Inmiddels hadden we het aantal kilometers wat voor vandaag op de planning stond ruimschoots afgelegd, maar nog steeds waren we die afslag niet gepasseerd die ongeveer halverwege de route zou moeten zitten. Doorrijden dan maar, want terugrijden was ook niet echt een optie meer. Na nog zeker een half uur kwamen we eindelijk op een splitsing. Toen kwamen we erachter dat we een parallelweg waren ingeslagen in plaats van de “hoofdweg”. Gelukkig zijn we dus wel de goede kant op gegaan. Nadat we weer wisten waar we waren, vonden we relatief vlot onze volgende camping.
Enter at own risk
Na 2 dagen in alle luxe van de VIP kamer was het vanochtend helaas tijd om de sleutel in te leveren. Na het uitchecken snel de auto in en richting onze volgende bestemming Kamanjab. Op de route lag het Petrified Forest. Eerst zagen we een bordje dat dit nog 30 km ver weg was. Na een kilometer of 10 kwamen we echter al overal bordjes en autobanden tegen, met daarop “Welcome to the petrified forest”. We vertrouwden dat niet helemaal. Normaal gesproken zijn alle bezienswaardigheden hier professioneel aangegeven met de bekende bruine bordjes. We zijn dus nog maar een stukje verder gereden. Na ongeveer 10 van deze onofficiële “petrified forest”-parken, kwamen we inderdaad na 30 kilometer het officiële “petrified forest” tegen. Hier konden we onder begeleiding van een gids de versteende bomen bewonderen en de Welwitchia mirabilis, de nationale plant van Namibië. Deze planten kunnen tot wel 2000 jaar oud worden, maar de exemplaren die wij hebben gezien waren rond de 150-200 jaar oud. Ze bestaan uit maar twee bladeren en zijn zo bijzonder omdat ze in gebieden kunnen leven waar het nooit regent. Ze hebben genoeg aan de mist om aan hun vocht te komen.
Daarna gingen we door naar onze volgende bestemming; een Cheetah opvang. Hier overnachten we en na het inchecken en een snelle dip in het ijskoude zwembad, werden we opgehaald voor een rondleiding. We moesten achterin de pick-up truck of aanhanger stappen. We konden gewoon blijven staan, want we zouden niet zo hard gaan rijden. Eerst reden we terug naar het huis van de eigenaars. Hier liepen 3 tamme Cheetahs rond in de tuin, die we mochten bewonderen en aanraken. Behalve de Cheetahs hadden ze ook veel verschillende honden, waaronder een paar puppies, die allen gebroederlijk samen leefden. Vervolgens werden ze gevoerd met grote stukken vlees, waarna we ongeveer 2 meter afstand moesten houden, omdat ze anders wel eens konden denken dat je er met hun eten vandoor zou gaan. Een bijzondere ervaring om zo dicht bij deze sierlijke, maar o zo gevaarlijke dieren te zijn.
Hierna gingen we weer terug in de pick-up truck om door te rijden naar de andere Cheetahs. Binnen een omheining zaten 11 Cheetahs en 4 jonkies. Deze waren dus niet perse tam. Toch reden we zo naar binnen, al staand in de open truck en aanhanger. Onze begeleider liep ook gewoon in dit gebied rond – bijvoorbeeld om het hek open en dicht te doen – en hield slechts met een stok de dieren op afstand. Je zou zeggen dat een Cheetah-omheining toch om zijn minst een dubbele deur zou hebben, maar dit was niet het geval. Het hek ging gewoon open, de truck naar binnen, en het hek ging weer dicht. Alsof het om een omheining voor koeien ging. Heel bijzonder. Daar zit je dan tussen de Cheetahs in de openlucht. Wel heel indrukwekkend. Nadat we een beetje hadden rondgereden in dit terrein, werden ook deze Cheetahs gevoerd. Een spectaculair gebeuren. Vooral omdat je er midden in staat. Ook de jonkies waren heel erg leuk om te zien. Deze maken een soort tjierpend geluidje, wat meer als een vogeltje klinkt dan als een levensbedreigend roofdier. En ook de moeder maakt een heel lief miauwend geluidje naar haar jongen. Toen we dit verblijf weer uitreden, bleef tot onze grote verbazing de sleutel van het hek gewoon in het slot zitten! We gingen nog twee andere verblijven af – een met de “bad boys” die wat agressiever waren en een met een “grumpy” bejaarde – en ook deze werden gevoed, dit keer vanaf de veilige kant van het hek.
’s Avonds hebben we heerlijk gegeten bij de lodge. Een lekker huiselijk maaltje uit diverse ovenschalen geserveerd. De eigenaren spreken hier trouwens Afrikaans. We zijn hier al heel veel mensen tegen gekomen die Afrikaans spreken, veel meer zelfs dan in Zuid-Afrika. De meeste mensen hier kunnen geloof ik wel 4 of 5 verschillende talen vloeiend spreken; van de verschillende typisch Afrikaanse klik-talen, tot Engels en Afrikaans. Het is hier niet ongebruikelijk om als je iemand belt, de ander eerst de keuze te geven in welke van 5 talen de ander het gesprek wenst te voeren. Dit hebben we al een paar keer gehoord.
Twyfelfontein
Vanochtend was het heerlijk wakker worden in onze villa. Voor het ontbijt moesten we naar het hoofdgebouw van de lodge, al net zo’n mooi gebouw met rieten dak. De bovenste verdieping hiervan is het restaurant. Hier dineer en ontbijt je in stijl, met een dak boven je hoofd, maar zonder muren, waardoor het wel een beetje fris is. Maar dat zijn we inmiddels wel gewend. In deze luxe vergeet je dat al snel, er staat een uitgebreid buffet voor je klaar, met chefs die je eitje bereiden in de ochtend en je vlees snijden in de avond.
Daarna gingen we de bezienswaardigheden in de buurt bekijken. Om te beginnne de Organ Pipes, bijzondere rotsformaties die er met enige fantasie uit zien als orgelpijpen. Mooi om te zien! Ook de Burnt Mountain was hier te bewonderen, beide verschijnselen zijn veroorzaakt door vulkaanuitbarstingen ongeveer 130 miljoen jaar geleden.
De volgende stop waren de rotsgravures, waarvan er hier ongeveer 2000-5000 jaar geleden vele zijn gemaakt in de omgeving. Er zijn ongeveer 200 vindplaatsen in dit gebied met totaal meer dan 2000 verschillende gravures. De plek waar wij geweest zijn is ooit eigendom geweest van een van de eerste blanke boeren hier: David Levin. Het vinden van water is in dit droge gebied uiteraard een probleem. David had op een gegeven moment een bron gevonden, maar deze was niet erg betrouwbaar, je wist nooit zeker of er water uitkwam. Nogal twijfelachtig dus, ofwel: Twyfelfontein. Inmiddels staat dit gebied op de werelderfgoed-lijst. Met een gids zijn we een aantal van deze gravures gaan bekijken. Dit was heel erg indrukwekkend, vooral omdat deze gravures gewoon in de natuur liggen en werkelijk overal om je heen zijn. De gravures zijn waarschijnlijk gemaakt door shamanen en waren onderdeel van rituelen. De meeste gravures zijn gemaakt in de hoop om regen op te wekken, daar staan alle dieren symbool voor. Er waren ook zelfs gravures van een pinguïn en 2 zeeleeuwen. Dit wordt als bewijs gezien dat de gravures zijn gemaakt door een Nomadisch volk, dat ooit bij de kust geweest moet zijn, waarschijnlijk om zout te halen wat werd gebruikt voor het conserveren van etenswaren.
Na deze uitstapjes was het hoogste tijd om lekker van onze villa te gaan genieten. Dit verhaaltje schrijven we dan ook vanuit onze ligstoelen bij ons privézwembad. Nu nog moed verzamelen om het koude water in te gaan!
TIAA – This is also africa
Voordat we verder reden, moest we eerst weer even bijtanken (letterlijk) in Omaruru. Ook voor de lunch konden we hier nog even inkopen doen. Zelfs in deze uithoeken kunnen we tot nu toe nog wel gewone supermarkten vinden. Dat valt erg mee, want we hadden verwacht na Windhoek vrijwel nergens meer uitgebreide keus te hebben in de winkels, maar tot op heden is dit niet het geval.
Rond een uur of twee kwamen we aan bij onze volgende locatie, een lodge dit keer. Toen we ons wilden inchecken konden ze ons in eerste instantie niet vinden op de lijst. We waren al even bang dat het weer een TIA situatie zou worden. Even later bleken we niet onder “van Buuren” te staan, maar onder Bas&Lieke. En kregen we te horen “O here you are, you are in VIP”. Huh, wat? Welk kamernummer? “Yes, you can write it down: VIP”. Een sleutel kregen we niet mee, maar het kamermeisje werd opgetrommeld om de deur te openen. Wij kregen eerst nog een drankje in de bar en konden vervolgens naar onze kamer rijden, nou ja kamer… “It’s the big one, on the corner”. Oke, maar naartoe rijden dan. Eerst de auto parkeren op de gigantische privéparkeerplaats, die we via onze eigen oprijlaan (met bordje VIP) hadden bereikt. Daarna naar de achterlijk grote villa lopen. Een schitterend huis gebouwd tussen de rotsen, met een rieten kap erop. Elkaar aankijkend; dit zal toch niet helemaal voor ons zijn?
Maar jawel hoor, toen we de deur binnenstapte konden we ons onderkomen voor de komende 2 dagen eens goed in ons opnemen; een prachtig bed tussen de rotsen, een bar met drie stoelen, een keukenblok, een zithoek met 4 zitplaatsen, een kaptafel, een badkamer tussen de rotsen met een ruime douche, vrijstaand bad, 2 toiletten, 2 balkons en als klap op de vuurpijl een terras met privézwembad met twee ligstoelen. Een groter contrast met ons tentje op het dak is bijna niet te verzinnen! Hier houden we het wel uit de komende dagen. Leuke verrassing van onze reisorganisatie voor onze huwelijkreis! Bedankt Paul!!! This is blijkbaar also africa.
Maar voor nu, moesten we snel terug naar de receptie om met een tour mee te gaan, op zoek naar woestijnolifanten. Dachten we dat wij zelf al een store auto hadden, nu gingen we met een soort omgebouwde 4x4 vrachtwagen het terrein in. Door de droogstaande rivierbedding van de Aba Huab rivier heen. En daar stond een hele familie woestijnolifanten! Heel erg leuk, helemaal omdat we op dit moment van onze vakantie nog helemaal niet verwacht hadden olifanten te zien.
Daarna wilde de gids nog met ons een berg oprijden om van de zonsondergang te genieten. We reden lukraak een steile helling van de berg op. De auto kon echter toch iets minder aan dan de bestuurder dacht, want even later sloeg de motor af en rolden we in volle vaart 20 meter achteruit, ondanks verwoede rempogingen van de chauffeur. Het laatste stukje de helling op zijn we dus maar gaan lopen.
Walking with dinosaurs
Gisteravond kwamen we – weer later dan gepland, maar nog wel in het licht – aan op onze volgende camping; Otjihaenamaparero farm . Afgelopen nacht hebben we nog met andere campinggasten gestaan, maar vanavond zijn wij de enige gasten. We zitten hier ook wel een stukje uit de normale route. Wat moeten we hier dan? Dinosaurusvoetafdrukken bewonderen! In deze omgeving zijn veel versteende voetafdrukken gevonden. De mooiste hiervan liggen bij deze farm en zijn maar liefst 219 miljoen jaar oud en behoren waarschijnlijk tot de Ceratosaurus en de Syntarsus. Dit is wel een beetje een gok, want in de buurt heeft men geen fossielen van deze dinosaurussen gevonden, alleen voetafdrukken. Dus men heeft het moeten achterhalen aan de hand van voetafdrukken die elders gevonden zijn. En zo vaak worden er geen voetsporen gevonden. Wereldwijd zijn er van 900 verschillende soorten dinosaurussen fossielen gevonden, maar slechts tientallen dinosaurusvoetafdrukken. Een bijzonder stukje verleden dus! Wat het extra bijzonder maakt is dat je de voetafdrukken kunt bekijken op de plek waar ze 219 miljoen jaar geleden zijn achtergelaten. Je kunt dus letterlijk in de voetsporen van een dinosaurus treden.
Voor de rest hebben we vandaag een dagje rustig aan gedaan. De tent hebben we lekker uitgeklapt gelaten, we hebben een beetje rondgewandeld, spelletje gespeeld, boekje gelezen, drankje gedronken, kortom een relaxdagje. Dit was wel even lekker na een aantal intensieve dagen met veel uren achter het stuur. Net als gister hebben we dag weer afgesloten met een knisperend warm houtvuurtje. Dat hebben we ook wel nodig, want het wordt flink koud ’s nachts!
Cape Cross
Zit je een nachtje lekker luxe in een guesthouse, wordt toevallig net die dag de stroom in de stad afgesloten. Alsnog met een zaklampje je kleren uitzoeken dus. En bij het ontbijt stop je tevergeefs je brood in de boordrooster. Maar desondanks hebben we een heerlijke hotelervaring gehad, zelfs met campagne en een cadeautje op de kamer voor de ‘‘newly weds”.
Daarna door naar een andere stelletje schreeuwlelijken. Dit keer geen Duitsers, maar een gigantische hoeveelheid pelsrobben bij Cape Cross (ze klinken overigens wel hetzelfde…). Via een soort loopbruggetje pal tussen de zeehonden kon je deze bewonderen. Heel erg mooi om dit van zo dicht bij te zien en super schattig met nog heel veel jonkies ertussen. Erg overweldigend om deze aantallen te zien. Net zo overweldigend als de geur, maar wat wil je met meer dan 100.000 pelsrobben op een kluitje…
De rest van het dag stond weer in het teken van kilometers maken. Of, o nee, uren maken…