Met een Mkoro de Okavango Delta in
Vanochtend weer net zo vroeg de wekker als anders, maar dit keer was het nog donker, vanwege het uurtje tijdsverschil. Nog even douchen in de openlucht douche. Helaas was deze koud. Geen probleem, vonden 2 Zuid-Afrikaanse mannen, waarvan er een in het andere douchehokje stond, ze zouden we even naar de gasflessen kijken. In haar blootje communicerend met 2 mannen die slechts achter een rieten afscheiding van 1,80 meter hoog van haar verwijderd stonden, voelde Lieke zich toch niet helemaal op haar gemak. De mannen hadden wisselend succes, het water werd eventjes warm en dan weer koud. Uiteindelijk toch maar koud gedoucht, want het was bijna tijd voor de excursie van vandaag.
We hebben namelijk een bootje over de Okavango Delta geboekt. Dit gaat per Mkoro, de traditionele bootjes hier in de vorm van een uitgeholde boomstam. Nou ja, een plastic boomstam in ons geval, maar dat was misschien maar goed ook, want we hadden een aantal echte Mkoroās gezien en deze waren gemaakt op extreem smalle billetjes van de San. Om 7.30 stonden wij bij de aanlegsteiger. Bij hoge uitzondering mochten wij hiervoor op het lodge-terrein komen. De accommodatie waar we zitten bestaat uit een lodge en een camping en bij het intekenen op de camping moesten we gisteren een verklaring tekenen dat we niet op het terrein van de lodge zouden komen (en ook dat we ze niet aan zouden klagen in geval van diefstal, verwondingen of overlijden). Als campinggast voel je je hier wel een beetje en tweederangsburger, door de manager van de lodge wordt ook straal genegeerd. Maar goed, terug naar de aanlegsteigerā¦ er waren wel een paar mannen bezig met boten, maar een van hen vertelde ons dat deze pas tussen 8.30 en 9.00 uur zouden vertrekken als de lodge-gasten klaar waren. Bijzonder, want we kregen gisteren zelf de keus hoe laat we weg wilden en hadden 7.30 uur afgesproken. Nou ja, TIAā¦ even wachten dan maar.
Om 8.45 uur vertrokken we met motorbootjes naar een eilandje in de Delta. Onderweg hebben we nog een paar krokodillen gespot en mooie vogeltjes gezien. Op het eiland stapten we over op de Mkoroās. Een gids achter op de Mkoro stuurde ons door de Delta heen (een beetje zoals op een gondel). We gingen met onze Mkoro een eigen kant op en waanden ons daardoor helemaal alleen op de Delta. We hebben genoten van de rust, de geluiden van het water en de vele vogeltjes. Tussendoor meerden we nog twee keer aan op een eilandje; een keer voor een wandeling en een keer voor de lunch. We zijn geen grote dieren tegengekomen zoals nijlpaarden of olifanten. Aan de ene kant jammer, maar aan de andere kant ook wel een opluchting dat je niet in je kwetsbare bootje of te voet naast zoān bakbeest komt te staan.
Terug op de camping moesten we nog even betalen. Dit kon met creditcard, hadden gisteren gevraagd. Dit was essentieel, want we hebben nog geen Botswaanse Pulaās kunnen bemachtigen. Helaas bleek bij het daadwerkelijke betalen dat betalen met creditcard tijdelijk niet mogelijk was vanwege een defect apparaat. Gelukkig werden euroās hier ook geaccepteerd. Hier hadden we er nog wat van achter de hand gehouden. Maar we beginnen nu toch wel aardig door onze cash heen te raken.
Enkeldiep
Vanochtend was het heerlijk wakker worden. We hadden een van de ramen van de tent met uitzicht op de rivier opengelaten, dus we werden wakker met fluitende vogeltjes en kabbelend water. Lekker uitgerust opstaan in onze luxe tent, nog even douchen voor het ontbijt. Maar danā¦ AU! Met blote voeten uit bed was geen goed idee op de mooie houten vloer. Een splinter in de hiel van Lieke. Even eruit halen dan maar. Dit werd een mini-operatie waar 2 verschillende pincetten en tekentang en nagelknippertje aan te pas kwamen. Het was een hardnekkige splinter en een behoorlijke ook. Beetje jammer begin van de dag, vooral omdat het zeker een half uur heeft geduurd voordat we ām eruit kregen. We zagen onszelf al zitten op de EHBO in NambiĆ«. Dit was gelukkig niet nodig.
Na een verlaat, maar lekker ontbijtje, gingen we onderweg naar de grensovergang van Namibiƫ en Botswana. In Namibiƫ hebben we onderweg eerst nog de Popa Falls bezocht en zijn we nog door een Nationaal Park heen gereden. Eenmaal bij de grens aangekomen, uiteraard eerst officieel Namibiƫ verlaten om daarna vervolgens officieel Botswana in te komen. Onze eerdere grenservaring in Afrika (tussen Zuid-Afrika en Swaziland) was chaotisch verlopen, anderhalf uur lang verschillende hokjes, verschillende papieren invullen, geldbedragen voor onduidelijke doeleinden betalen, per ongeluk verder rijden terwijl je nog niet klaar was en tegengehouden worden door een mannetje met een machinegeweer. We hadden dus ruimschoots de tijd ingepland voor de grensformaliteiten.
Inderdaad kwamen we pas 1,5 uur later Botswana binnen. Dit had echter niks te maken met de grensformaliteiten, dit ging allemaal uitermate vriendelijk en soepeltjes. Maar er blijkt een uur tijdsverschil te zitten tussen Namibiƫ en Botswana. Het is dat Bas per toeval op de klok keek, anders hadden we dit niet geweten. In onze reisinformatie staat namelijk dat het beide landen geen tijdsverschil hebben met Nederland. Nou ja, we waren geluk vroeg bij de grens, dus dat verlopen uurtje maakte niet zoveel uit.
Gelukkig hadden we gisteren nog Namibische Dollars omgeruild voor Zuid-Afrikaanse randen. Eigenlijk moet je bij de grensovergang in Botswaanse Pulaās betalen, maar deze kun je niet in Nederland krijgen en het was ons ook niet gelukt om dit in NamibiĆ« te regelen. Maar Zuid-Afrikaanse Raden worden vrij algemeen geaccepteerd in Zuidelijk Afrika, zo ook dus bij de grens.
Eenmaal in Botswana blijken de wegen hier meteen een stuk slechter te zijn. Wel geasfalteerd, maar slecht onderhouden. Wel goed te doen overigens, want er tegenliggers kom je bijna niet tegen. We wilden nog even Botswaanse Pula pinnen, maar kwamen helaas nergens een pinautomaat tegen. Met inmiddels nog maar weinig cash op zak, dan maar naar de camping rijden.
Deze was bereikbaar via een 4x4 zandweg van 12 kilometer. In het begin ontzettend goed aangegeven met om de 100 meter bordjes. Maar de laatste 5 kilometer hielden de bordjes opeens op, zodat je toch wel erg begint te twijfelen of je nou goed zit. De zandweg is namelijk niet echt een duidelijke weg, maar meer gewoon een spoor in het zand van voorgangers. En over 5 kilometer doe je al snel 20 minuten. Lang twijfelen dus en opgelucht de toegangspoort bereiken. Eenmaal door de toegangspoort hield echter de weg op. Er was wel een vaag gebouwtje met wat oude autoās, maar het leek ons sterk dat dit de camping was. Even vragen dan maar. Een vriendelijke vrouw wees ons zonder blikken of blozen de weg; deze was door het water heen. Maar het was volgens haar geen probleem want het was slechts enkeldiep. OkĆ©, op hoop van zegen dan maar. Gelukkig aan de overkant 2 toeristen enthousiast te zwaaien, hun was het dus blijkbaar ook gelukt. En inderdaad, aan de andere kant van het water was de camping! Enkeldiep bleek wel een wat ruim begrip, blijkbaar heeft deze vrouw haar enkels op de knieĆ«n zitten.
Wandeling over de farm
Vanwege de drukke planning van gisteren hebben we vandaag besloten om iets rustiger aan te doen. Gisteravond hebben we gedineerd in de lodge, samen met de 2 managers. We waren de enige gasten en ze schoven lekker bij ons aan tafel aan. Het was zo gezellig, dat daarna zijn verplaats naar het kampvuur buiten en tot 11 uur verder hebben gepraat. Het was zeer interessant om de verhalen te horen over het leven van zowel een blanke als een donkere NamibieĆ«r. Een van de managers was van oorsprong Duitser, maar woonde een groot deel van zijn leven al in NamibiĆ«. De andere manager kwam uit een traditioneel dorpje. Hij zat te vertellen dat hij 10 broers en 1 zus had. Allemaal van dezelfde vader, maar van verschillende moeders. Nou heb je in Nederland natuurlijk ook gemengde gezinnen, maar daar was hier geen sprake van. De vader maakt kinderen met verschillende vrouwen en de vrouw met wie hij getrouwd is wordt geacht al deze buitenechtelijke kinderen op te voeden. Zo krijg je dus halfbroertjes en āzusjes die soms maar 1 maand van elkaar in leeftijd verschillen. Overigens was dit heel normaal. Inmiddels schijnt dit wel minder vaak voor te komen.
Het ontbijt, wat weer samen met een van de managers gebruikten, gingen we een stukje wandelen op de boerderij. De boerderij had een oppervlakte van 7,5 bij 15 kilometer, we hebben dus lang niet alles gezien. We kregen een route uitgestippeld over een klein deel van de boerderij en hebben hier bijna 3 uur over gedaan. John dacht al dat we verdwaald waren. We waren dan ook een paar keer verkeerd gelopen. Onderweg zijn we veel dieren tegengekomen, niet alleen paarden en koeien, maar ook wild, zoals wrattenzwijnen, giraffen, antilopen en elanden.
Daarna zijn we doorgereden naar Rundu, alweer onze laatste bestemming in NamibiĆ«. Ook hier zaten we weer in een prachtige lodge. Ditmaal met een vlonder met uitzicht over de rivier. Het chalet zelf was een superdeluxe tent voorzien van alle gemakken, zelfs een bad en een mooie houten vloer. Vlak na aankomst gingen we direct met een bootje de Kavango-rivier op, voor weer een sundowner. Wederom was deze rivier de scheiding tussen Angola en NamibiĆ«. We zijn dit keer niet in Angola geweest, maar hebben er wel een krokodil zien liggen. Aan de Namibische oever was het een drukte van belang met mensen, die zichzelf en/of hun kleren stonden te wassen. Multifunctioneel zoān rivier!
Weer terug bij de lodge stond ons een heerlijk menu te wachten, wat geserveerd werd op het buitendek van het hoofdgebouw (ook een tent op een vlonder).
Drukke planning
Voordat we Etosha gingen verlaten, wilden we nog even een drinkplaats langs om te kijken of we toevallig nog wat dieren aantroffen. We moesten vandaag echt tempo maken, want we hadden een druk programma, dus we zouden hier hooguit 10 minuten voor uittrekken. Gekscherend had Lieke al gezegd, ābehalve als er een luipaard zitā. De kans hierop is vrijwel nihil, dus dit kon Bas veilig toezeggen.
Een uur later reden we het park uit. Je raad het al, we hadden dus toch een luipaard gespot! Nou ja, bij de drinkplaats zat niks, maar even verderop stonden verdacht veel autoās. Dus daar zijn we toen ook maar even naartoe gereden. In eerste instantie zagen we alleen een springbok in een boom over een tak hangen. Zo hoog springen springbokken nou ook weer niet. Dit is dus geen normaal gedrag. Hij leefde ook niet meer, maar was ten prooi gevallen aan een roofdier en was in deze boom opgehangen. Dat is typisch gedrag voor een luipaard. Dus maar even blijven staan hier. Niet veel later werden we er door andere mensen op gewezen dat de luipaard op de grond lag naast een struikje. Toen we de auto een klein stukje hadden verplaatst, konden ook wij dit prachtige beest aanschouwen. Super leuk, zo tijdens onze laatste momenten in Etosha. Dit was het enige dier van de Big FIve die we nog niet hadden gezien, ook niet in Zuid-Afrika. Hier hebben we er nu al 4 gezien; luipaard, olifant, neushoorn en leeuw. Alleen de waterbuffel ontbreekt nog, maar deze komt in het droge Etosha niet voor.
OkƩ, we zijn net onderweg en hebben nu al een uur vertraging opgelopen, maar het was de moeite waard! De volgende bezienswaardigheid op de planning was het Oshikoto lake. Maar ja, hier stond niet zo duidelijk van aangegeven waar het zat op de kaart. En we er gaan er inmiddels maar een beetje vanuit dat er vaak pas bordjes staan als je er al bijna bent. Vaak moet je zelf het grootste deel van de route maar uitvogelen. Dit probeerden we dus aan de hand van de kaart, het meer lag een behoorlijk stuk van de hoofdweg. We zijn dus maar bij de betreffende zijweg op goed geluk afgeslagen, want er stond inderdaad geen bordje. 20 kilometer later waren we er nog steeds niet en zijn we maar omgekeerd. Weer terug op de hoofdweg, met weer een half uur vertraging, kwamen we niet veel later een gigantisch bord tegen en bleek het meer pal naast de weg te liggen. Kaarten maken is ook een vak.
Op naar de volgende stop van vandaag. Eerst even meer dan 100 liter tanken, lunch kopen en dan naar de Hoba meteoriet. Deze stond wonderbaarlijk genoeg extreem goed aangegeven. Dus dat was een meevaller. Deze meteoriet is de grootste ter wereld. Hij is naar schatting zoān 80.000 jaar geleden op aarde gestort. Dit 50 ton wegende kolos bestaat voornamelijk uit ijzer en nikkel. Indrukwekkend idee dat dit ding uit de hemel is komen storten. Voor eventuele herhaling van deze ramp, werden we attent gewaarschuwd met een waarschuwingsbordje.
Vervolgens moesten we weer een heel stuk rijden naar onze accommodatie. En dan moesten we nog een heel stuk door voor onze laatste activiteit van vandaag. Toen we langs de accommodatie kwamen om 13 uur waren we in ons nopjes dat we ondanks de vertraging nog goed op planning lagen. Vanaf hier zou het namelijk nog 3 kwartier rijden zijn naar onze laatste activiteit van vandaag; een San-Village (San = Bosjesman). Driekwartier later waren we echter nog niet eens in de buurt gekomen. Uiteindelijk kwamen we pas na 2 uur rijden bij een 6 kilometer lange toegangsweg naar het dorpje. Een zandweg uiteraard. Er stonden bordjes naar de receptie. De receptie zelf bleek ook slechts een bord te zijn, waarop stond dat je daar moest wachten en dat er vanzelf een gids naar je toe zou komen. Inderdaad kwamen er een aantal mannen op ons toegesneld.
We kozen ervoor om een Bush Walk te doen bij deze stam. Als je de fotoās ziet herken je deze typische stam waarschijnlijk wel. De mensen zijn zeer klein van stuk en hebben hele karakteristieke gezichten. Er was een gids die Engels kon. Een andere gids vertelde van alles over de verschillende manieren van overleven in het bos ā van voedsel verzamelen en vallen zetten tot medicinale werking van verschillende planten. Dit alles gebeurde in het typische klik-taaltje van de San en werd vervolgens voor ons vertaald naar het Engels. Hoewel dit soms niet echt nodig was, de gids praatte erg beelden en wist verschillende kwalen (zoals diarree) zeer overtuigend uit te beelden.
Helaas hadden we maar een uurtje de tijd bij deze stam, omdat we voor het donker terug willen zijn bij de lodge en we nog 2 uur terug moeten rijden. Onderweg kwamen we weer een controle post tegen voor de mond- en klauwzeer. Dit keer werd de hele auto aan een inspectie onderworpen. Ook werden de banden gesprayd met een steriliserend middeltje en moesten we over een matje lopen met deze zelfde steriliserende vloeistof. Vervolgens werd Lieke zelf aan het werk gezet om het hek te openen. Beetje onzin, want er zat 5 man personeel toe te kijken en het liep nou ook niet bepaald storm met autoās. Maar goed, hebben zij ook een lolletje gehad om de blanke toeristen aan het werk te zetten. Al met al het een hele leuke dag qua activiteiten, maar een zeer frustrerende dag qua planning en het vinden van de juiste route.
Nog een dagje Etosha
Vanochtend weer vroeg de wekker gezet voor nog een dagje wild spotten in Etosha. De dag begon al goed want na 10 minuten rijden stak er al een neushoorn over. Ook al kwamen wij van rechts, we hebben toch de neushoorn maar voor laten gaan. Gedurende de dag hadden we nog veel meer overstekend wild, van springbokken, zebraās en giraffen tot olifanten.
Om wild te spotten in dit droge seizoen is onze tactiek om van drinkplaats naar drinkplaats te rijden. Onderweg proberen we verder zoveel mogelijk van de hoofdweg af te gaan en alle slingerweggetjes te pakken. Geen idee of hier ook daadwerkelijk meer wild zit, maar het rijdt in elk geval een stuk leuker en je voelt je vrijwel alleen in het park. Tegenliggers kom je slechts zelden tegen en als je eens een stilstaande auto tegenkomt, dan weet je dat er wat te zien valt. Hoe meer autoās, hoe zeldzamer het beest. Gelukkig zijn āveelā autoās er hier ongeveer 4, zodat je ook altijd zelf het dier kunt zien. (In Zuid-Afrika hebben we dat nog wel eens anders meegemaakt en kon je achteraan de file aansluiten als er een leeuw te zien was).
Onderweg zagen we opeens bebloede stenen aan de kant van de weg. Na even speuren ontdekten we even verderop een aantal jakhalzen die om de rest van een ondefinieerbaar beest aan het vechten waren. Hierbij stoorden ze zich totaal niet aan ons, zodat we ze van heel dichtbij hebben kunnen bekijken. Overigens lopen deze zelfde jakhalzen ook gewoon op de camping rond. Ook daar valt natuurlijk een hoop voor ze te halen.
Al dit natuurschoon valt eigenlijk niet te beschrijven. Je moet het eigenlijk zelf meemaken. En als dat niet lukt, dan zijn er altijd nog de fotoās!
Leeuwenliefde
Vandaag extra vroeg de wekker gezet om de camping af te kunnen zodra de poorten opengaan bij zonsopgang. Bij de eerste drinkplaats die we bezochten hadden we al geluk; een zwemmende hyena! Nadat de hyena zijn baantjes had getrokken en was verdwenen, durfde de giraf - die al een half uur stond te wachten - het aan om iets te gaan drinken.
We hebben vooral veel slingerweggetjes genomen en drinkplaatsen bezocht en onderweg weer veel verschillende dieren gezien. Rond half 4 vonden we het mooi geweest voor vandaag en gingen we onze tent weer opzetten op de volgende camping in het park; Halali. Ook hier is een drinkplaats bij de camping, waar je naartoe kunt lopen en vanachter een hek de aanwezige dieren kunt bekijken. We hadden super veel geluk, want er waren leeuwen, een neushoorn en een giraf. Samen met ons, stonden er zoān 100 toeristen in doodse stilte naar deze dieren te kijken. Ze gaven dan ook een mooi showtje weg. Meneer en mevrouw de leeuw waren niet preuts en hebben onder het toeziend oog van al deze toeristen tot 6 keer toe geprobeerd babyleeuwtjes te maken. Dit klinkt indrukwekkend, maar als je twee keer met je ogen knippert is het voorbij. Mevrouw de leeuw was ook niet echt onder de indruk en viel na afloop iedere keer lusteloos neer om verder te slapen. Meneer de leeuw veegde netjes zijn voetjes als hij klaar was. Een beest in bed heeft opeens een heel andere betekenis gekregenā¦
Inmiddels zitten we bij een kampvuurtje dit verhaaltje te schrijven, nog steeds met brullende leeuwen op de achtergrond. Nu maar hopen dat het hek rond de camping sterk genoeg is. Welterusten! Of, op zān Afrikaans; āLekker slaap!ā
Ontmoeting met de locals
Na het ontbijt gingen kregen we vanochtend een rondleiding door de Homestead, een soort klein traditioneel dorpje. De locals die we gisteren al hadden gesproken gingen allen mee. Eentje als gids en rest voor de gezelligheid en ook om van elkaar te leren. Daarnaast ging er nog een meisje uit Zimbabwe met ons mee. Zij was net klaar met haar opleiding Toerisme en kwam een jaartje naar NamibiĆ« om ervaring op te doen. We werden rondgeleid over de akkers, langs de waterput, langs allerlei verschillende bruikbare bomen en door het dorp zelf. Onderweg kregen we veel uitleg over de traditionele manier van leven en ook hoe ze tegenwoordig in deze dorpjes leven. Een ding was duidelijk, de regeltjes waren door de mannen verzonnen, want bijna al het werk werd uitbesteed aan de vrouwen en al het lekkere eten en de drank was alleen bestemd voor de mannen. āMen in chargeā, aldus gids Eric.
We kregen onder andere te zien hoe de Manhangu die we gisteren gegeten hebben werd voorbereid. We snappen nu waarom we gisteren hebben zitten knarsetanden tijdens het eten. De gerstkorrels worden namelijk ontveld, door ze in een pot in de grond fijn te stampen met een zware houten stok. Ook de Marula-olie, gemaakt van Marula noten en gebruikt om bijna overal smaak aan te geven, werd in een pot in de grond verwerkt. Ook wij mochten proberen de Mahangu te stampen. Nou ja, wijā¦ alleen de vrouwen natuurlijk, want dat is geen mannenwerk! Verder hebben twee lieve oude dames gedemonstreerd hoe de traditionele manden en aardewerkpotten gemaakt worden. Ook dit mocht Lieke proberen. Bas niet, want tjaā¦ vrouwenwerk, hĆØ?!
Na een groepsfoto moesten we deze lieve mensen weer verlaten om op weg te gaan naar Etosha National Park. Voordat we die kant op gingen nog even snel wat boodschapjes halen, zoals vlees voor op de barbecue. Daarna over de hoofdweg richting Etosha. De hoofdweg is hier voor de verandering ook echt een hoofdweg, geasfalteerd en met veel verkeer. De verkeersregels worden echter niet zo nauw nageleefd. Iedereen voegt in wanneer het hem uitkomt, niet zozeer wanneer er plek is. Soms rijdt met 20 maar men 120 mag. En soms 120 waar men 60 mag. Toegegeven, de snelheidslimiet is ook niet altijd helemaal duidelijk. Zo kwamen we regelmatig op een stuk van 200 meter weg achtereenvolgens bordjes met 120-60-80-60-30 tegen. Snel optrekken en afremmen dus als je alles precies volgens de regels wilt doen. Bas probeert een beetje met het verkeer mee te rijden, om zo veilig mogelijk door deze onduidelijke verkeerssituaties te komen.
En dan gaat het weleens mis. Na een ontmoeting met de Homestead-locals, nu een ontmoeting met oom agent. Oh oh, toch iets te hard gereden misschien? Inderdaad, 90 waar je 60 mochtā¦ Gelukkig waren de agenten uiterst vriendelijk. Ze informeerden naar onze vakantie en legde ons duidelijk maar zeer geduldig uit wat de regels waren. Daarna lieten ze een tabelletje zien met de boeteā¦ 1250 Namibishe Dollar. Ai, ook in euroās is dat aardig wat. Dat was nog niet eens het grootste probleem, het moest op een politiebureau betaald worden en dat zat niet in de buurt en ook niet op onze route. Moeilijk, moeilijk. Samen met de agenten hebben we flink gebrainstormd hoe we dit eens konden oplossen. Ze vonden het ook wel erg vervelend om onze vakantie zo te dwarsbomen; een veel geld kwijt en heel lang omrijden om de boete te betalen. Na een paar keer gezegd te hebben dat het ons erg speet en dat we ons schaamden, werden we op vrij onduidelijke manier, maar zonder bekeuring, verder op pad gestuurd. Blijkbaar was het goed zo. Niet verder vragen, mond houden en wegrijden.
Wel keurig volgens de snelheidsregels nu. De rest van de weg werden we daarom continu door vrachtwagens, personenautoās en busjes ingehaald, afgesneden en raar aangekeken. Welke debielen rijden er nu weer zo langzaamā¦ Gelukkig konden we al snel van de asfaltweg af en konden we onze weg vervolgen op heerlijk verlaten gravelwegen.
Even later kwamen we bij de toegangspoort van Etosha. Ook hier was weer controle vanwege mond-en klauwzeer. Ze wilden ook even in de koelbox kijken en helaas, het pasgekochte vlees werd in beslag genomenā¦ Onbereid vlees is niet toegestaan in Etosha. Tja, dan maar weer knakworstjes op de barbecue vanavond.
Nadat we eenmaal de formaliteiten hadden afgerond, konden we het park in om de andere locals van dit land te ontmoeten, namelijk de wilde dieren; olifanten, giraffen, gnoes, gemsbokken, springbokken, struisvogels, wrattenzwijnen en diverse vogels. Nog net op tijd waren we na al dit moois weer op de camping. We mochten een plekje naar keuze uitzoeken, maar de keuze was zeer beperkt, alles behalve een plek zat al vol. Al gauw bleek de stroom het hier niet te doen. Maar dit was uiteindelijk zo opgelost door stroom af te tappen uit het toiletgebouw. Na het eten nog een mooie afsluiter van de dag; een bezoek aan de waterplaats bij de camping, met olifanten en giraffen.
Mahangu
Tot nu toe waren de wegen boven verwachting goed. Weliswaar is het merendeel van de wegen hier niet geasfalteerd maar van gravel, alles is goed onderhouden en zeker met onze 4x4 goed begaanbaar. Er zijn veel rivierbeddingen die je moet doorkruizen, maar aangezien deze allemaal droog staan is dit geen enkel probleem. Vandaag, op de weg naar de Ruacana Falls werd het allemaal iets ruiger. Hier kon je echt niet met je gewone personenautootje rijden. Stukken over de rotsen, door het water en vooral heel veel omhoog en weer naar beneden, terwijl je allemaal onmogelijke bochten maakt. Nog steeds geen enkel probleem voor onze auto overigens.
De Ruacana Falls stonden op de planning voor een tussenstop vandaag, maar deze bleken droog te staan. Dit is echter geen verrassing, omdat deze waterval tweederde van het jaar leegstaat, omdat er pal boven een dam is gebouwd.
Van het ene uiterste gingen we in het andere uiterste, zo was de weg nog behoorlijk ruig en zo kwam je voor de volgende 200 kilometer op een geasfalteerde weg terecht. Vanaf dit punt was het ook behoorlijk druk langs de wegen. Veel dorpjes, scholen, mensen en vee langs de wegen. Je kon duidelijk zien dat het Noorden van het land een stuk dichter bevolkt is. We zijn zelfs een aantal flinke steden gepasseerd, met moderne winkelcentra.
Onze eindbestemming van vandaag was Ongula Village Homestaed Lodge. Om hier te komen moest je weer van het asfalt af, namelijk een heel vaag weggetje, of eigenlijk meer een autospoor, rechtsstreeks het zand in voor 4 kilometer. Onderweg stonden er gelukkig geruststellende bordjes met āYou are going the right wayā. Eenmaal aangekomen stond er al een heel ontvangstcomitĆ© voor ons klaar. Wij zijn vanavond de enige gasten hier. We zitten weer op een schitterende plek, in een mooie hut, voorzien van alle luxe en met champagne op het bed. We kregen van 4 personen een rondleiding door het hoofdgebouw. Dit was in het begin enigszins ongemakkelijk. Voor we gingen eten werd er door de kinderen uit de buurt een traditionele dans uitgevoerd. De kinderen werden hiervoor opgetrommeld en dit bedoelen we letterlijk.
Na deze zang en dans hebben we nog een uurtje zitten kletsen met twee dames van de lodge, onder andere over de verschillen tussen Nederland en Namibiƫ en beide schoolsystemen. Erg leuk en gezellig om echt in gesprek te zijn met deze locals. Daarna konden we aan tafel voor een traditioneel diner. Als voorgerecht een salade van Mahangu (parelgerst). Als hoofdgerecht pap van Mahangu met kip en spinazie. En als nagerecht een pannenkoekje met ijs, ongetwijfeld ook van Mahangu. Mahangu is het belangrijkste voedsel voor de locals en wordt van ontbijt tot diner gegeten. Tussen het voorgerecht en het hoofdgerecht kwam onze kokkin langs met een fluitketel met warm water om onze handen te wassen. Het was namelijk de bedoeling dat we het hoofdgerecht met onze handen zouden eten. Nou zijn we dat met de kippenpootjes wel gewend, maar spinazie en pap leek ons wat moeilijker. De pap bleek echter een hele dikke substantie te zijn, haast een soort deeg, waardoor ook dit goed met de handen te eten was. Overigens werd ons verzocht om de spinazie niet met onze tanden te kauwen, maar met onze tong. Het kon namelijk zijn dat er nog een beetje zand in zat. Ondanks het knarsetanden af en toe, hebben we heerlijk gegeten.