basenliekeafrika.reismee.nl

Zwemmende olifanten

’s Ochtends hadden we nog maar tijd voor een korte game drive. Jammer genoeg hebben we hier niet heel veel tijd en moeten we dus vooral veel afstanden afleggen en kunnen we het park zelf eigenlijk niet optimaal bezoeken. Op de hoofdweg kom je zo nu en dan weleens iets tegen, maar de grote hoeveelheden wild spot je vooral als je de zijweggetjes ingaat en het water opzoekt. Volgens de gidsen moesten we daarvoor nog maar eens terugkomen. Alsof het niks kost…

’s Middags kwamen we aan bij onze volgende accommodatie. Eindelijk weer een lodge, stromend water en geen veldbedjes! We checkten ons in en werden naar onze tent gebracht. Nou ja, je hebt hier veel tented lodges, vaak compleet ingericht met badkamer en al. Dat bleek alleen in onze tent niet het geval… 2 losse bedden en verder eigenlijk niks. Gedeelde douches en toiletten, zoals gebruikelijk hier zonder slot. Toch een beetje een domper als je je op een lodge hebt verheugd na 4 dagen in de bush…

We hadden niet veel tijd om er bij stil te staan, want we moesten al snel vertrekken voor onze boottocht over de Choberivier. Hier waren er weer even wat strubbelingen in het begin, omdat we opeens op een andere boot werden geplaatst. Maar nadat we er een flink punt van hadden gemaakt dat we naast elkaar wilden zitten, hadden we uiteindelijk de beste plekjes op de boot. De strubbelingen waren al snel vergeten toen we eenmaal de rivier op gingen. Al meteen zagen we een hele hoop buffels en olifanten. En daarmee hebben we meteen alle dieren van de Big Five gespot, want we moesten alleen de buffel nog!

Ook de grote kuddes olifanten die je in Chobe verwacht, waren hier in grote getallen aanwezig en van dichtbij te bewonderen. Met de boot zijn we rond een eiland in de rivier gevaren waar veel dieren op zoek gaan naar eten. Om hier te komen moeten ze door het water heen. Dit levert spectaculaire beelden op als een kudde olifanten besluit van het vaste land naar het eiland over te steken. Heel bijzonder om zwemmende olifanten te zien! Van groot tot klein, de hele familie stak over, slurfjes als een snorkel boven het water uit en zwemmen maar.

Terug op de accommodatie stond ons een aangename verrassing te wachten. We waren ten onrechte in een tent gezet en moesten eigenlijk naar een chalet (ook een tent, maar dan met alles erop en eraan). Zo konden we dus toch nog genieten van een eigen douche en toilet! Wel met koud water helaas…

Het kamp geplunderd

Ons kamp blijkt erg in trek te zijn bij de wilde dieren hier. Gisteren hadden we natuurlijk al het vooral met de leeuwen en gisteravond was het de beurt aan de hyena’s. Toen we bij het kampvuur zaten waren de hyena’s al een beetje om ons heen aan het cirkelen. Best griezelig, want je ziet ze alleen als je met een zaklampje het donker in schijnt. Je ziet dan eerst de ogen oplichten en als je wat beter focust zie je de hyena’s. Soms hoor je iets en als je dan met je zaklamp schijnt, blijkt de hyena inmiddels nog geen 5 meter van je vandaan te staan. Het zijn dan wel aaseters, dus ze zullen je niet zo snel aanvallen, maar nieuwsgierig zijn ze zeker.

Toen iedereen eenmaal op bed lag, werden ze wat brutaler. Midden in de nacht werden we opeens wakker van gerommel in het kamp, het klonk als rammelende blikjes. De rest van de nacht bleef het onrustig, veel hyena-geluiden (inclusief het typische lachje) en ook de gidsen hoorden we de hele nacht praten. Toen we vanochtend de tent uitkwamen zagen we her en der wat troep liggen; colablikjes, de yoghurtbeker… Een van de gidsen vertelde ons dat de hyena’s er vannacht eerst met een vuilniszak vandoor waren gegaan en daarna met een van de koelboxen. De gidsen zijn vervolgens de hele nacht opgebleven om de spullen te beschermen. Zelfs de gestolen koelbox zijn ze achterna gegaan en hebben ze weten terug te krijgen door de hyena’s met stenen te bekogelen. Een doorsnee nachtje in de bush dus.

Tijdens de ochtend gamedrive zijn we eerst weer even langs het nijlpaardenkarkas gereden. Zoals onze gids al voorspeld had was hier niks vrijwel niks meer van over, alleen een stukje huid. Ook daar hadden de hyena’s hun tanden al ingezet. Je kunt ze ook eigenlijk geen ongelijk geven dat ze het op onze etensvoorraad voorzien hadden en liever een bakje yoghurt eten als ontbijt.

Daarna zijn we doorgereden naar de Hippo Pool. Deze deed zijn naam eer aan want hij lag vol met nijlpaarden. Gisteren waren we hier ook al even langs geweest en ook nu was er weer veel te zien vanuit de uitkijktoren.

De rest van de dag stond vooral in het teken van het kilometers (of uren) maken. De volgende campsite lag een aardig stukje verderop in Savuti in het Chobe National Park. Dat in combinatie met zeer slechte wegen zorgt dat je lang onderweg bent. Als je dan aan het eind van de dag ook nog eens vast komt te zitten in het losse zand, dan ben je dus pas na zonsondergang op de bestemming.

Eten of gegeten worden

Omdat we gisteren geen katachtigen konden vinden op onze game drive, gingen we vandaag nog wat vroeger op pad. Alleen een snel ontbijt dit keer en daarna snel de auto’s in. Op zoek naar sporen van leeuwen of luipaarden. Die van de leeuwen hadden we al snel gevonden - verontrustend dicht bij ons kamp - en we gingen erachteraan. Het moeilijke in dit park is dat iedereen op de wegen moet blijven. Zodra het spoor van de weg afloopt mag je er dus niet achteraan, ook de safaribedrijven niet. Jammer natuurlijk, maar wel veel beter voor de natuur. Na ongeveer een uur rondjes rijden concludeerde de gids dat ze nog steeds in de buurt moesten zitten, maar we konden ze nergens vinden. Dan maar terugrijden naar het nijlpaardkarkas. Hier bleken de leeuwen gewoon rustig aan het eten te zijn. Blijkbaar waren ze heel hongerig, want het karkas was echt al wel een het rotten. Normaal eten ze vooral vers vlees.

Terwijl we daar naar de etende leeuwen stonden te kijken, vertelde een gids van een ander safaribedrijf ons, dat de leeuwen zojuist een ander stukje vers vlees hadden geprobeerd te pakken. Namelijk… onze kok en zijn assistent!

Het blijkt dat nog geen 10 minuten nadat wij waren vertrokken een aantal leeuwen het op hen hadden voorzien. Een andere auto was langs ons kamp gereden terwijl zij leeuwensporen volgden. Onze kok zag ze voorbij rijden en heel snel daarna weer terugkomen. Vanuit de auto werden ze gewaarschuwd voor de leeuwen die inmiddels klaar zaten om hun prooi te besluipen. De kok kon snel de auto in rennen, de assistent stond wat verder weg en was snel een tent in gevlucht. Een van de leeuwen begon hierop aan de tent te snuffelen. Met de auto hebben ze met veel lawaai de leeuwen een beetje weggejaagd, waarna ook de assistent naar de auto kon rennen. Vervolgens zijn ze maar met deze mensen meegereden.

Toen we dit verhaal hadden gehoord gingen we naar ze op zoek. Ze zouden bij de North Gate afgezet worden, maar daar vonden we ze niet. Uiteindelijk kwamen we ze een uur later tegen, ze zaten nog steeds in de auto die hen gered had en waren meegegaan op game drive. Bizar idee wat er had kunnen gebeuren! Dat was echt wel even schrikken! En daar moeten we vanavond dus nog gewoon eten en slapen…

Op safari in Moremi

Om 6 uur werden we gewekt en stond het ontbijt klaar; yoghurt, cereals, muesli en fruit. Dat zag er prima uit. Enthousiast hadden we hier allemaal lekker van gegeten. Toen bleek dat er ook nog een volledig Engels ontbijt voor ons was bereid. Toast, eieren, bacon, braadworst en bonen in tomatensaus. Zoveel paste er niet meer bij, maar een beetje voor de smaak dan maar.

Daarna gingen we weer op weg voor een game drive en ondertussen werd het kamp afgebroken. Op de game drive probeerden onze gidsen leeuwen en luipaarden op te sporen door hun voetafdrukken te volgen. Deze hebben we niet gevonden, maar wel een aantal “nieuwe” dieren; aapjes, waterbokken en lechwes en een aantal verschillende vogels.

Na de game drive werden onze spullen ingeladen en vertrokken we naar een ander deel van het park. Onderweg was er ook weer wild te zien. Bij Khwai, onze volgende bestemming, werd er opnieuw een kamp opgebouwd. Hier hebben we tussen de middag heerlijk geluncht met pasta en salade. Na de lunch hebben we een nieuw kaartspelletje geleerd van onze Belgische vrienden: “wiezen”.

’s Middags gingen we weer op game drive. Niet ver van ons kamp lag het karkas van een babynijlpaard. Deze was waarschijnlijk een paar dagen geleden ten prooi gevallen aan een troep leeuwen. Het was wel duidelijk dat hij er al wat langer lag, want de lucht was behoorlijk doordringend. Maar blijkbaar is dit relatief, want deze lucht trok van heinde en verre hyena’s, jakhalzen en gieren aan. Gelukkig hebben we vandaag ook nog een aantal levende nijlpaarden kunnen bewonderen, want deze hadden we nog niet gezien deze reis.

Moremi vanuit de lucht

Na een snel ontbijtje werden we vanochtend opgehaald voor onze “Scenic Flight” over de Okavango Delta. Bij de incheckbalie werd onze boardingpass handmatig ingevuld. Ook moesten we de vloeistoffen uit onze bagage halen en door de security check, want Maun heeft een internationaal vliegveld en zelfs voor deze korte rondvluchtjes golden deze strenge regels.

Eenmaal door de security check liepen we zowat de startbaan op naar een heel klein vliegtuigje, een 3-zittertje. Lieke ging naast de piloot zitten en Bas zat achterin. Na een korte veiligheidsinstructie gingen we de lucht in. Al heel snel vlogen we boven de Okavango Delta, met veel mooie rivieren, meren en eilanden. Van bovenaf konden we heel veel verschillende dieren zien; onder andere olifanten, giraffen, zebra’s en de schimmen van Nijlpaarden onder water.

Het was wel een heel erg hobbelige vlucht. Zo’n klein vliegtuigje is niet zo heel stabiel en schommelt behoorlijk, van boven naar beneden en van links naar rechts. Dit maakt niet alleen het maken van foto’s erg moeilijk, maar had ook een behoorlijk effect op onze evenwichtsorganen. Met name Lieke werd gedurende de vlucht steeds witter en zat al met het kotszakje in de aanslag. Gelukkig was deze uiteindelijk niet nodig en zijn we na een uurtje weer veilig geland. Het had ook geen 5 minuten langer moeten duren. Halverwege schoot ook de deur naast Lieke van het slot. Hij bleef op een klein kiertje staan vanwege de luchtdruk en de piloot verzekerde ons ervan dat dit volkomen veilig was. Nou ja, dat zal dan wel. Niet echt tijd om je druk over te maken, wanneer je misselijk bent. Dat scheelt dan weer. Ondanks de misselijkheid zijn we blij dat we dit gedaan hebben, wan het was echt een heel mooi gezicht vanaf boven.

Met beide benen weer op de grond konden we, na even bijgekomen te zijn, met de auto met chauffeur naar Moremi Game Reserve. De komende dagen gaan we begeleid op safari en staan we op kampeerplaatsen midden tussen het wild. Ons vervoer is een open safari-jeep. Op weg naar het park ontmoeten we onze mede-avonturiers, een Belgisch gezin met ook hun eigen chauffeur. Gezamenlijk delen we een kok en zijn assistent en we zullen op dezelfde campsites overnachten. Overigens dachten we twee dagen geleden nog dat we alleen op privé-safari zouden gaan. Maar ja, TIA… gelukkig is het een erg gezellige familie.

Op de plaats van bestemming aangekomen werden de kok en zijn assistent op de kampeerplek achtergelaten om ons kamp op te bouwen. Wij gingen nog op een game drive en toen we terugkwamen stond alles klaar, inclusief een geïmproviseerd toilet. Een hokje van tentzeil met daarin een wc-bril op 4 pootjes boven een gat in de grond. Simpel, maar effectief. ’s Avonds werd het driegangen-diner geserveerd aan een lange tafel. Als lichtjes waren kaarsen in bruine papieren zakken neergezet, zowel op tafel als op de grond. Dit gaf een zeer sfeervol effect. Primitief kamperen is dus ook maar relatief. We hebben gewoon een mooie tent met veldbedden erin, heerlijk eten, alles wordt verzorgd, alle luxe dus. Het enige wat primitief te noemen is, is het toilet en het ontbreken van de douche.

Oogverblindend

Wat was dat heerlijk wakker worden vandaag! Ongeveer 10 minuten voor zonsopgang werden we wakker door het licht. Lekker lui, vanuit onze slaaprol, konden we vervolgens van dit oogverblindende schouwspel genieten. Daarna eens lekker een kopje koffie of thee om een beetje warm te worden (want ondanks het thermo-ondergoed, was het knap koud bij het opstaan). Daarna snel weer op de quads voor de terugtocht naar de accommodatie. Eerst weer stuk over de zoutvlakte met de quads en vervolgens weer met de open jeep. Dit keer was iedereen wel heel erg stoffig van het quadrijden. Helaas is het niet alleen stof maar ook zout en dat prikt wanneer het in je ogen komt!

Eenmaal terug bij de accommodatie kregen we voor eventjes een kamer om te kunnen douchen. Hier was vooral ook Bas hard aan toe, aangezien het zout behoorlijk pijn begon te doen in zijn ogen. Snel proberen uit te spoelen dus! Dat bleek nog niet zo eenvoudig, want hij heeft er de rest van de dag nog last van gehad. Soms is er niks aan de hand, maar met enige regelmaat komt er een stekende pijn in zijn linkeroog. Zo erg, dat hij beide ogen automatisch dichtknijpt. Op zich natuurlijk al vervelend genoeg, maar helemaal niet zo handig onder het autorijden. We hebben al van alles geprobeerd om het eruit te spoelen, maar tot nu toe nog geen succes gehad. Gelukkig zijn de wegen hier zo rustig, dat we gewoon midden op de weg kunnen stoppen als er weer zo’n pijnaanval aankomt.

Vandaag was ook de laatste dag dat we zelf moesten rijden, want eenmaal in Maun aangekomen moesten we de auto inleveren. Eerst nog even snel al onze spullen en troep uit de auto gegooid bij onze Bed&Breakfast en daarna snel naar het vliegveld om de auto in te leveren. Daar aangekomen konden we geen kantoortje van Asco (ons verhuurbedrijf) vinden. Na een paar rondjes te hebben gereden zagen we ineens een mannetje met een bordje met onze naam erop. Blijkbaar was er ook helemaal geen kantoortje, maar kwam deze man de auto ophalen. Na een korte inspectie vroeg hij of we getankt hadden en of hij het bonnetje mocht hebben. Dat hadden we niet… We hadden 10 minuten geleden nog getankt, maar omdat we haast hadden, hadden we niet op het bonnetje gehad. Moeilijk, moeilijk… Uiteindelijk moesten we op 10 verschillende plaatsen opschrijven dat we geen bonnetje hadden en toen was het goed. De communicatie verliep ook niet heel soepeltjes, want het Engels van deze man was niet al te best.

Daarna werden we teruggebracht naar onze accommodatie. Een van de andere gasten bleek huisarts te zijn en was zo lief om even naar Bas zijn oog te kijken. Dit ging namelijk nog steeds niet goed. Na het omklappen van Bas zijn ooglid en het schoonmaken ervan met een wattenstaafje ging het een stuk beter en konden we lekker uit eten gaan.

Slapen onder de sterren

Vanuit Maun gingen we vandaag weg, voor ons laatste uitstapje met de huurauto. Na 2,5 uur rijden kwamen we aan bij Planet Baobab. Ditmaal geen lodge en ook niet kamperen in het tentje op het dak, maar we gaan slapen onder de sterren in een “slaaprol”, een soort matras en slaapzak in een. Om daar te komen moesten we vanuit Planet Baobab eerst nog 1,5 uur meerijden in een open jeep om vervolgens op quads onze weg te vervolgen. Deze stonden overigens in een traditioneel dorpje gestald, tussen de geiten en loslopende honden. We kregen een zeer beknopte uitleg over hoe je moest starten en remmen. Na een proefrondje van 10 meter geloofden ze het wel en zonder verdere safety-briefing konden we op pad. Voor alle dames was er een hoofddoek die op vakkundige wijze omgeknoopt werd door een van de gidsen, geen overbodige luxe gezien de gigantische hoeveelheid stof die vrijkwam bij het quadrijden.

Met z’n tweeën op een quad reden we vervolgens de zoutpan op van het Makghadighadi National Park. Deze zoutvlakte was waarschijnlijk ooit de bodem van een groot meer, maar staat al miljoenen jaren een groot deel van het jaar droog. De rivieren die dit meer ooit van water hebben voorzien, zijn van koers verandert en sindsdien wordt deze vlakte alleen nog in het regenseizoen met regenwater gevuld. In het droge seizoen is het een grote, kale vlakte, met dikke zoutkorsten op de bodem die scheuren wanneer je eroverheen loopt.

Onderweg naar onze slaapplek midden op deze vlakte, maakten we nog een tussenstop bij een stokstaartjeskolonie. Hier kon je gewoon tussen de stokstaartjes doorlopen terwijl zij in de bodem aan het graven waren naar hun volgende maaltje, wat voornamelijk bestond uit schorpioenen. Ze vonden er overigens verontrustend veel in de bodem. Aan de geluiden te horen waren ze knapperig van buiten en zacht van binnen. De stokstaartjes voelden zich totaal niet bedreigd door ons, dus je kon heel dichtbij komen. Ook het standaard stokstaartje dat op wacht staat, terwijl de anderen zitten te eten, was erg leuk om te zien.

Voor het laatste stuk met de quad zijn we van plaats gewisseld, zodat ook Lieke – als een echt Hell’s Angel (zie foto) – over de zoutvlakte kon scheuren. Eenmaal aangekomen bij ons kamp konden we ons met z’n allen rond een kampvuurtje installeren, terwijl de gidsen de maaltijd aan het bereiden waren op de barbecue. Er werd zelfs ter plekke vers maïsbrood gebakken in gietijzeren potten. En daarnaast natuurlijk het onvermijdelijke, maar o zo lekkere, stukje vlees op de barbecue, met een gepofte aardappel en een stuk flespompoen.

Als afsluiter vertelde een van de gidsen – als een soort van verhaaltje voor het slapengaan – iets over het ontstaan van de zoutpan. Rond 10 uur kroop iedereen lekker in zijn slaaprol, om in eerste instantie eens goed naar de prachtige sterrenhemel te kijken en daarna lekker te gaan slapen. Bijna zonde om je ogen te sluiten, zo’n mooie sterrenhemel krijg je niet vaak te zien!

Creatief boekhouden

Vanochtend hebben we helaas alweer voor de laatste keer ons tentje op het dak opgevouwen. Het tentje is qua comfort erg meegevallen. Het matras was weliswaar een klein beetje dun, maar de tent was ruim genoeg om goed te kunnen slapen.

Om van de camping af te komen, moesten we eerst weer door het water heen en daarna weer 12 kilometer door het mulle zand. Na 40 minuten bereikten we de hoofdweg. Onderweg naar onze volgende bestemming gingen we op zoek naar een plaats om te pinnen en te tanken. Beiden waren hard nodig, aangezien we nog helemaal geen Botswaanse Pula’s hebben weten te bemachtigen en we het liefst altijd met een zo vol mogelijke tank blijven rijden. In het eerste dorpje was wel een benzinestation, maar geen pinautomaat. Dat schoot niet echt op, want je kunt hier meestal alleen met cash betalen bij het tanken. Zeker in de kleinere dorpen. Het volgende dorp (wat overigens pas 50 km verder lag) was een stuk groter en inderdaad vonden we er een pinautomaat en meerdere benzinestations. De pinautomaat bleek echter stuk te zijn. Er stond een lange rij voor en iemand scheen ermee bezig te zijn om dit te repareren. We hebben even staan wachten, maar er leek niet echt schot in de zaak te zitten. Wonder boven wonder troffen we een benzinestation waar ze een creditcard accepteerden, dus hadden we in ieder geval weer een volle tank.

Net uit het dorp werden we helaas weer aangehouden door de politie. Met een lasergun was onze snelheid gemeten en deze was 83 km/h waar je 60 km/h mag. Volgens de politieagenten was dit superduidelijk. Wij vinden dit wel meevallen, als de hoofdweg door steden/dorpen gaat, mag je daar 60 km/h. Daarna mag je weer 120 km/h. Vaak staat het 60 km/h bord wel goed aangegeven, maar is het niet duidelijk wanneer je dan weer harder mag, dit bord ontbreekt vaak. Aangezien we inmiddels al 2 minuten het dorp uit waren en geen huizen meer langs de weg zagen, was Bas alweer wat harder gaan rijden. En precies op zo’n onduidelijke punt stonden de agenten. Dat leek ook geen toeval te zijn, want voor ons en na ons waren andere toeristen eveneens de Sjaak.

De boete bleek 560 Pula te zijn, 20 Pula per kilometer plus de standaardtoeslag van 100 Pula. Professioneel neergekrabbeld door de agent op de achterkant van een kladblokje. We moesten hem maar gewoon geloven. Aangezien we nog steeds geen Pula’s hadden weten te pinnen, zaten we zonder cash. Dat was een probleem, want de boete diende ter plekke betaald te worden. De agent was niet zo moeilijk en wilde wel aardig voor ons zijn en Zuid-Afrikaanse Randen accepteren. Deze hadden we toevallig nog over. Op onze vraag hoeveel het dan was in Randen, zei hij “zoveel als je kan betalen”. Beetje vaag, we hadden nog maar 500 Rand over (zo’n 45 euro). Dit vond de agent wel een beetje weinig, maar hij kon het wel accepteren. Er werd vervolgens geen bekeuring uitgeschreven en we konden verder rijden. Hmmm… hebben we nou zonet een agent omgekocht???! We zijn er zeker van dat dit niet geregistreerd werd, maar rechtstreeks in de broekzak is verdwenen. Er was ons al verteld dat de politie hier soms corrupt was en blijkbaar hoef je hier dus niet zelf het initiatief voor te nemen.

Inmiddels compleet zonder plaatselijke valuta gingen we weer verder. 150 kilometer later konden we dan eindelijk pinnen. Gelukkig onderweg geen aanvaringen meer gehad met de politie, want tenzij ze vergoedingen “in natura” accepteren, hadden we ons niet meer uit boetes kunnen redden.